Op 1 januari 2021 is het CS-OOO in werking getreden. Het CS-OOO stelt geen specifieke eisen aan de inzet van beveiligd materiaal. Dat is een wijziging ten opzichte van het WSCS-OCE. Uit de paragrafen van het CS-OOO volgt dat het opsporingsbedrijf dat zelf dient te bepalen in de werkvoorbereiding en dat dit wordt beschreven in het projectwerkplan.
Een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van VEO, Rijkswaterstaat en TNO heeft een richtlijn opgesteld voor de inzet van beveiligd materieel bij de opsporing van ontplofbare oorlogsresten. De richtlijn is aangeboden aan het CCvD-OO. De ledenvergadering van VEO heeft besloten dat leden deze richtlijn gaan toepassen.