In juni 2015 heeft de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) een advies uitgebracht aan de Minister van BZK over de toekomst van de ‘Bommenregeling’. De Rfv adviseert om de financiering van het opsporen van CE te beperken tot een ‘vangnet’ voor alleen situaties van excessieve kosten. Daaraan wordt door de Rfv de voorwaarde verbonden dat er een Normenkader en Kenniscentrum CE komt. In de Meicirculaire Gemeentefonds 2016 wordt door de Minister van BZK toegelicht dat de financieringsregeling de komende tijd zal worden heroverwogen.
VEO onderschrijft het advies van de Rfv en heeft in de achterliggende jaren dan ook meermaals gepleit voor een door de (Rijks)overheid vastgesteld normenkader voor het beoordelen van de risico’s van Conventionele Explosieven (CE). Als belangenbehartiger en netwerkorganisatie voor Conventionele Explosieven heeft VEO de Position Paper Contouren van een Normen Kader CE (november 2016) opgesteld en aangeboden aan de Minister. Door het Ministerie van BZK is in 2017 een werkgroep ingesteld om hierover advies te geven.
Op 16 oktober 2018 heeft Minister Ollongren (BZK) de Tweede Kamer geïnformeerd over het nationaal programma berging vliegtuigwrakken met nog vermiste vliegers uit de Tweede Wereldoorlog. In de Kamerbrief wordt ook ingegaan op het advies over de ontwikkeling van een normenkader CE en de instelling van een Kenniscentrum. De Minister zegt daarover het volgende:
Kenniscentrum Conventionele Explosieven
Ik maak van de gelegenheid gebruik u te informeren over de voortgang van de mogelijke oprichting van een kenniscentrum op het terrein van opsporing van conventionele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Aanleiding is het advies van een brede ambtelijke werkgroep, dat als bijlage bij deze brief is gevoegd. Het advies concludeert dat het gemeenten ontbreekt aan kennis op genoemd terrein. Er is een sterke behoefte aan eenduidig beleid en duidelijke richtlijnen waar gemeenten zich aan vast kunnen houden op het moment dat zij met conventionele explosieven te maken krijgen. In het advies wordt ingegaan op aspecten als opdrachtverstrekking, scope, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, kosten en financiering van het kenniscentrum. De werkgroep adviseert onder meer om het kenniscentrum een onderzoekprogramma op te laten stellen. Ik ben van mening dat het advies een werkbaar kader biedt om verdere invulling te geven aan de wens van gemeenten.
Daarom heb ik vanuit de coördinerende rol van BZK naar aanleiding van het advies aan Rijkswaterstaat om een offerte gevraagd voor de oprichting van een kenniscentrum. Rijkswaterstaat heeft de afgelopen tijd gesprekken gevoerd en bijeenkomsten belegd om de wensen en behoeften verder aan te scherpen. Ik verwacht de offerte dit najaar te ontvangen, waarna ik in afstemming met betrokken partijen zal besluiten over de daadwerkelijke oprichting van een kenniscentrum.
Eén van de beoogde taken van het kenniscentrum is het ontwikkelen van een afwegingskader dat gemeenten helpt bij het nemen van een beslissing over het al dan niet opsporen en ruimen van explosieven uit de Tweede Wereldoorlog, waarin zij vanuit het oogpunt van openbare orde en veiligheid een verantwoordelijkheid hebben. Eerder3 heb ik gemeld dat in het afwegingskader ook aandacht zou worden geschonken aan de beslissing van gemeenten over de berging van een vliegtuigwrak uit de Tweede Wereldoorlog. Door het hierboven genoemde programma is deze toezegging ingehaald door de actualiteit. Ik verwacht dat gemeenten via het programma bij de beslissing over het bergen van een vliegtuigwrak in voldoende mate zullen worden ondersteund.
Wij houden u op de hoogte van de ontwikkelingen. Klik hier voor de Kamerbrief