Op 9 april vond voor de zevende keer de VEO Netwerkbijeenkomst CE plaats. Dit jaar is gekozen voor de locatie Expo in Houten. De opkomst was net als andere jaren hoog en ook dit jaar was er weer een brede vertegenwoordiging aanwezig vanuit de Rijksoverheid, gemeenten, waterschappen, opdrachtgevers, adviseurs en opsporingsbedrijven. VEO kijkt terug op een geslaagde bijeenkomst.
Om 10.00 uur wapperden de vlaggen van VEO al voor de centrale ingang van Expo in Houten en arriveerden de eerste leden van VEO om hun stand op te bouwen voor de Informatiemarkt CE in de lounge van Expo. Vanaf 12.00 uur genoten de vele bezoekers van een heerlijke lunch te midden van de inmiddels volledig opgebouwde stands van de informatiemarkt CE.
Na de lunch heette onafhankelijk VEO voorzitter en dagvoorzitter Hans Oosters alle aanwezigen van harte welkom en bracht hij ons kort op de hoogte van de ontwikkelingen binnen VEO. Zo vertelt Oosters onder meer dat de verbreding van VEO tot een netwerkorganisatie succesvol verloopt. VEO heeft inmiddels vijf nieuwe leden verwelkomd en blijft actief in het werven van nieuwe leden en geassocieerde leden.
Tevens is Oosters verheugd te melden dat VEO, in samenwerking met Rijksvastgoedbedrijf, Gemeente Rotterdam en Arcadis mede namens RWS, gewerkt heeft aan een Model Besteksbepalingen Opsporen CE. Hieraan is nadrukkelijk behoefte bij opdrachtgevers en opdrachtnemers. Het concept ligt nu voor aan het werkveld en de eindversie komt binnenkort beschikbaar.
Vervolgens gaf Hans Oosters het woord aan Prof. Dr. Ira Helsloot, hoogleraar Besturen van Veiligheid aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Helsloot nam ons mee in de wetenschappelijke onderbouwing voor de afbakening van verdacht gebied. De ‘nearest neighbour methode’ die meestal gebruikt wordt is niet wetenschappelijk onderbouwd. Om te komen tot een meer wetenschappelijke onderbouwing van de afbakening van verdacht gebied heeft hij met Crisislab, in opdracht van de Gemeente Amsterdam, een statistische benadering en een benadering op basis van proportionaliteit verkend. Helsloot roept het werkveld op om deze methode in de praktijk verder te gaan toepassen en te verfijnen.
Daarna was de beurt aan Auke Oostra, senior beleidsmedewerker Bodem en ondergrond van het Ministerie IenW. Oostra is lid van de werkgroep (bestaande uit vertegenwoordigers van de Ministeries van BZK, JenV, Defensie en IenW, het Platform Blindgangers en VEO) dat het conceptadvies voor het oprichten van een Kenniscentrum CE heeft voorbereid. Oostra presenteerde de hoofdlijnen van dit conceptadvies. Wat zijn de taken van het Kenniscentrum CE? Hoe wordt het gefinancierd en hoe wordt het opdrachtgeverschap ingevuld? Na zijn presentatie kwamen nog vier leden van de werkgroep naar voren om in een paneldiscussie vragen te beantwoorden uit het publiek.
Na de koffiepauze was het tijd voor deel twee van de Netwerkbijeenkomst dat geheel in het teken stond van de ontwikkelingen en uitdagingen bij de opsporing van CE offshore.
Gilbert La Fors (Omgevingsmanager landelijk programma Kustlijnzorg bij Rijkswaterstaat Zee en Delta) lichtte in zijn presentatie toe hoe RWS bij de zandwinning ten behoeve van de Kustlijnzorg omgaat met de (mogelijke) aanwezigheid van CE. Welke afwegingen en maatregelen zijn nodig om enerzijds veilig te werken en anderzijds ook de kosten te beheersen?
Daarna volgde de presentatie van Dennis Sanou ( program director bij Norther) over het omgaan met de mogelijke aanwezigheid van CE bij de aanleg van een windmolenpark op zee. Sanou stelt dat het een misverstand is dat klein risico altijd leidt tot hoge CE kosten. Norther heeft een werkwijze toegepast waarmee zij controle houdt op kwaliteit, veiligheid en kostenbeheersing.
Tot slot heeft John Blokvoort namens de VEO Werkgroep OCE Offshore de praktische toepasbaarheid van de WSCS-OCE op offshore projecten toegelicht. De WSCS-OCE blijkt grotendeels toepasbaar offshore. Een apart schema offshore is daarom niet nodig. Er zijn wel detailpunten die aanpassing behoeven. De aanbeveling luidt om een bijlage op te nemen “werkveldspecifieke eisen offshore werkzaamheden”.
De bijeenkomst werd afgesloten door dagvoorzitter Hans Oosters, die na zijn dankwoord iedereen uitnodigde om na te praten tijdens de netwerkborrel.